Vaste planten, er is geen andere plantengroep die zo divers is in soorten. Ze variëren van kleur en vorm, maar ook van grootte, lichtbehoefte, standplaats en of ze verschillende insecten aantrekken. Bijen en vlinders verzamelen namelijk hun voedsel uit de vaste planten. Maar waar moet je rekening mee houden als je een beplantingsplan wilt gaan maken en wat houdt het begrip ‘vaste plant’ in?
Vaste plant
Lichtbehoefte
Vaak wordt er gepraat over de lichtbehoefte van vaste planten, maar wat houdt dit precies in? Er wordt onderscheid gemaakt in 3 lichtbehoeftes, namelijk: zon, halfzon en schaduw. De lichtbehoefte is erg belangrijk voor de bloei van de vaste plant. Als deze namelijk niet op de juiste plaats staat kan de plant minder goed tot niet in bloei komen.
Planten die veelal in de zon staan hebben vaker grijs/viltig/vettig blad, zoals Lavendel, Ezelsoor of Sedum. Daar tegenover staan weer de varensoorten die vragen om een schaduwrijke plaats in de tuin. De planten die van origine om een zonrijke plaats vragen in de tuin, kunnen ook op een schaduwrijke plaats in de tuin geplant worden. Ze zullen alleen minder rijk tot niet gaan bloeien.
Een schaduwrijke plant kan daarentegen niet op een zonnige geplant worden, omdat deze dan zal verbranden.
Standplaats
Bij een bepaalde lichtbehoefte hoort ook een bijpassende standplaats. Bij standplaats bedoelen we een droge, natte, moerassige, rotsachtige en bossige standplaats.
Planten die op een moerassige plaats groeien houden voornamelijk van natte voeten, terwijl een plant die op en rotsachtige plaats groeit graag drogere voeten wil.
Dit is een mooie en belangrijke eigenschap om te bekijken voor je een beplantingsplan maakt. Zo kunnen bijvoorbeeld soorten die goed tegen droogte kunnen gebruikt worden om een prairietuin te maken. Een voordeel van de prairietuin is dat je de tuin minder hoeft te bewateren en je dus enorm veel water kunt besparen.
Biodiversiteit
Wil je genieten van een tuin met veel biodiversiteit? Hoe meer variatie in de beplanting, hoe meer biodiversiteit in de tuin. Dit houdt in dat er niet alleen vlinders en bijen op de planten afkomen, maar ook vogels, egels en alle andere levende organismen in de tuin. Door verschillende soorten, kleuren, vormen, hoogtes en bloeitijden toe te passen vergroot je de biodiversiteit. Door de planten niet te vroeg terug te knippen komen er zaadjes in de planten, die daardoor weer opgegeten kunnen worden door vogels. De planten beginnen in het voorjaar te groeien, daarna komen er bloemen in de plant waar weer verschillende vlinders, bijen en andere insecten hun voeding vanaf kunnen halen. Na de bloei begint de plant met zaadvorming waar de vogels weer van kunnen eten. In het najaar sterven de planten af, maar schuilen er nog veel insecten tussen de bladeren en stengels. Knip daarom de planten pas in het voorjaar af. Daarnaast blijft de bodem bedekt en beschermt in de winter de wortels. En je borders zien er in de winter ook nog hartstikke mooi uit wanneer de ingedroogde silhouetten van de grassen mooi afsteken met ingedroogde bloemknoppen van de vaste planten zoals de zonnehoed.
De top 10 van nectarplanten is:
- Duizendblad (Achillea cv.)
- Kattenkruid (Nepeta faassenii)
- Zonnehoed (Echinacea cv.)
- Hemelsleutel (Sedum ‘Herbstfreude))
- Herfstaster (Aster cv.)
- Lavendel (Lavandula angustifolia)
- Salie (Salvia cv.)
- Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)
- Marjolein (Origanum majorana)
- Munt (Mentha spec.)
Super belangrijk voor de houdbaarheid van insecten die zorgen voor een evenwichtig ecosysteem, waar wij als mens zeer afhankelijk van zijn!
Groenblijvende planten
Een border met alleen maar afstervende vaste planten geeft een leeg beeld in de winter. Daarom wordt er een beplantingsplan gemaakt waarin een combinatie zit met afstervende en (semi-) groenblijvende vaste planten. Groenblijvende vaste planten hebben net zoals de afstervende vaste planten een standplaats, lichtbehoefte en bloeiperiode. Ze hoeven daarentegen niet in het najaar of voorjaar afgeknipt te worden. Eventueel de dorre bladeren of uitgebloeide bloem eruit halen is voldoende. Er zijn daarentegen ook groenblijvende planten die in het voorjaar toch afgeknipt worden voor een frisgroene uitstraling.
De top 10 van groenblijvende vaste planten is:
- Engels gras (Armeria maritima)
- Kerstroos (Helleborus)
- Ezelsoor (Stachys byzantina)
- Leliegras (Liriope muscari)
- Nagelkruid (Geum coccineum)
- Zegge (Carex morrowii)
- Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
- Lampenpoetsersgras (Pennisetum alopecuroides)
- Vetkruid (Sedum)
- Mansoor (Asarum europaeum)
Naast groenblijvende vaste planten maken we veelal gebruik van siergrassen. Deze vormen vaak de basis van een border voor een rustig beeld en jaarrond gevulde border.
Plantafstanden
Om een mooie dichtbegroeide border te creëren moet er tijdens het inplanten rekening gehouden worden met het bepalen van de plantafstanden. Bij het aanplanten van kleine vaste planten, zoals Phlox, wordt er meestal rekening gehouden met een plantafstand van 20-25cm met daarbij 16-25 planten per m2. Bij het aanplanten van middelgrote vaste planten, zoals Zonnehoed wordt er rekening gehouden met een plantafstand van 30-40cm met daarbij 6-10 planten per m2. Bij het aanplanten van grote planten, zoals Hortensia’s, wordt er rekening gehouden met een plantafstand van 50-60cm met daarbij 3-4 planten per m2.
Hoogte en grootte van vaste planten
De hoogte en grootte van vaste planten is belangrijk om massa te creëren in borders. Door hoge beplanting achter in de border en lage beplanting voorin de border te gebruiken wordt er diepte gecreëerd. Je kan met hoge beplanting ook een afscheiding aangeven of juist een opening door lagere beplanting te gebruiken.
“Hoge beplanting waar nog doorheen gekeken kan worden heet weefbeplanting. Deze beplanting heeft onderin zijn blad zitten en hebben lange bloemstelen. Ze mengen zich daardoor makkelijk tussen andere planten, waardoor ze makkelijk toe te passen zijn in vaste planten borders. Een paar populaire weefplanten zijn:
- Ijzerhard (Verbena bonariensis)
- Zeeuws knoopje (Astrantia)
- Dropplant (Agastache)
- Beemdkroon (Knautia macedonica)”
Onderhoud van vaste planten
Zoals al eerder genoemd worden de afstervende vaste planten in het najaar of voorjaar afgeknipt. Door ze in het voorjaar af te knippen wordt de kans van invriezen verkleind en kunnen er verschillende insecten in overwinteren. Als de planten afgeknipt worden, komen ze in het voorjaar weer op. Dit betekent dat ze weer opnieuw blad gaan maken en weer opnieuw in bloei komen. De groenblijvende vaste planten hoeven over het algemeen niet afgeknipt te worden. De bloei kan wel uit de plant verwijderd worden. Voor een frisse groene kleur kan de plant daarentegen wel kort bij de grond afgeknipt worden.
Het scheuren of vermeerderen van planten gebeurt over het algemeen om de 4 jaar en gebeurd in het voorjaar of najaar. De planten die in het najaar bloeien worden in het voorjaar gescheurd en de planten die in het voorjaar bloeien worden in het najaar gescheurd. Het scheuren van de vaste planten wordt gedaan omdat de groeikracht verminderd is en daardoor weer een frisse start krijgt. Om de plant te scheuren is het belangrijk om de wortels van de plant goed in beeld te krijgen, schud daarom de plant zo goed mogelijk uit. Hierna kun je de wortels snijden of loswrikken. Plant hierna de gescheurde planten in een humusrijke grond volgens de plantafstand regels.
Jaarrond een mooie border
Om te zorgen dat je jaarrond van een mooie tuin kunt genieten zorgen we ervoor dat er verschillende bloeiperiodes in de tuin aanwezig zijn. Zo ervaar je de seizoenen en is er geen moment leegte in de tuin wanneer er geen bloei of andere sierwaarde te zien is. Hoe wij onze beplantingsplannen creëren:
- Mix van vaste planten met enkele groenblijvende eigenschappen en siergrassen;
- Vaste planten die een mooi winterbeeld creëren doormiddel van een uitgebloeide bloemknop;
- Planten met herfstverkleuring gebruiken;
- Ingedroogde planten zoals siergrassen die in de winter body geven aan de borders.